vrijdag 3 augustus 2007

Gehandicapten boffen maar

(eerder verschenen in volkskrantblog op 25 mei 2007)

Moeten ze gedacht hebben. En inderdaad, de verstandelijk gehandicapten wonen er bijzonder mooi. Huize Watersley te Sittard (Zuid-Limburg) prijkt mooi bovenop een heuvel omringd door weelderig groen. De vlierbesstruik groeit en geurt er in deze tijd van het jaar naar hartelust, de wandeling naar het dagactiviteitencentrum in Huize Watersley brengt de innerlijke mens tot rust. Het gebouw schijnt oorspronkelijk al van de 16e eeuw te dateren en heeft aardig wat regionale geschiedenis in de fundamenten. Sinds 1967 is het in bezit van een stichting die geestelijk en verstandelijk gehandicapten huisvest. Op het terrein zijn diverse kleine wooneenheden gebouwd waar gehandicapten in groepen wonen en leven. Zo ook mijn oom Emiel (76) die als 12-jarige jongen de Engelse ziekte kreeg. Althans, zo gaat het verhaal. Indonesiƫ was toen nog Nederlands-Indiƫ, de medische wetenschap was er niet bijster goed ontwikkeld. Met als gevolg dat mijn oom Emiel geen adequate verzorging kreeg en sindsdien als gehandicapt door het leven gaat.

Hij woonde eerst in klooster Hoogcruts te Slenaken, maar dat werd gesloopt. Daarna verhuisde hij naar Sittard, naar Watersley. Emiel gaat geregeld naar 'huis', dat wil zeggen, op bezoek of te logeren bij mijn ouders en een oudere zus. Vroeger, toen hij jonger was, reisde hij in de grote vakanties nog het hele land door naar zijn andere zusjes. Maar lange reizen, daar heeft Emiel geen zin meer in.

Op 31 mei wordt Emiel al 77 jaar. Het begrip gehandicapt is in zijn geval erg rekbaar. Hij heeft een spraakgebrek, maar ook een eigen taaltje van klanken ontwikkeld. Verbasterde Maleise/Indonesische woorden en wat Nederlands, zo spreekt Emiel ondersteund door een zeer expressieve gebaren- en lichaamstaal. Hij kan zijn neus niet snuiten, zijn billengat niet zelf met papier afvegen of wassen, maar wel onderscheid maken tussen munt- en papiergeld. Kreeg hij een zak snoepjes, dan stuurde hij de gulle gever, de laatste jaren, met een kluitje terug het riet in. Dan gebaarde hij druk, trok een lelijk gezicht en wees naar zijn gebit; "gigi, gigi", zo riep hij dan in het Maleis. Met andere woorden, snoep is slecht voor mijn tanden! En "ping", Emiel heeft liever "ping", waarbij het universele gebaar voor geld met kracht gebezigd wordt.

Soms als Emiel thuis kwam, dan had hij slechte zin. Ook vertelde hij honderduit over van alles en nog wat. Medebewoners die doodgingen, of verplegend personeel dat afscheid nam, grote verontwaardiging over het onrecht dat hem werd aangedaan toen iemand geld uit zijn geldkistje gestolen had. Emiel is gehandicapt, maar verre van achterlijk of stom. Mijn moeder en ik leerden hem zijn naam schrijven, zodat hij zijn zusjes met hun verjaardag zelf een kaart kon sturen. Toen ik hem zei dat hij best nog kon leren schrijven (dit speelde zich zo'n vijftien jaar geleden af) zuchtte hij, keek me aan en zei met zijn blik wegdraaiende, "al te laat". Sinds die tijd bekijk ik mijn oom met andere ogen. Had ik hem nog altijd met "u" aangesproken omdat hij nou eenmaal een oom van me is en ik welopgevoed, nu tutoyeerde ik hem en ging ik me toch meer in zijn achtergrond en wezen verdiepen.

Mijn oom was er altijd bij, op familiefeestjes, vrije zondagen, noem maar op. Meestal zat hij stil op een stoel, of met een droogdoek in de keuken, de vele afwas mee helpen opruimen. Ook werd er veel gelachen met de andere neefjes en nichtjes die hem woordjes lieten zeggen, of onze namen. Emiel wist donders goed wat hij wel en niet uit kon spreken. Maar hij deed wel altijd een poging. Toen we heel klein waren, dan kneep hij plagend in onze kuiten als hij naast ons zat. Dan lachte hij verlegen en deed hij de handen voor zijn gezicht. Mijn oma was heilig voor hem, hij deed alles voor mijn oma, keek echt tegen zijn moeder op.

Emiel heeft altijd gewerkt. Zo was hij een keer thuis, stil en moe. Zijn gezicht sprak donderwolken en bliksem. Uiteindelijk kwam er dan uit dat hij zijn werk zat was. Altijd maar gordijnringen maken, eentonig, saai, altijd hetzelfde. Ik schrok van deze openbaring. Emiel was toen al ver in de zestig. Bij mijn ouders komt hij altijd tot rust. Dan hangt hij in de bank quasi-tv te kijken en eet hij gretig zijn bami goreng en gebakken kip. Emiel's lievelingskostje. Als mijn moeder, die curator is, naar vergaderingen gaat en er met begeleiders en verzorgers spreekt, dan is het altijd hetzelfde liedje. Emiel is wellicht bejaard qua leeftijd, maar niet qua gedrag en energie. Hij bemoeit zich met alles, ziet toe op een schone huiskamer, brengt lege kopjes naar de keuken en dirigeert het personeel als er gasten zijn. Want organiseren, dat zit hem schijnbaar in het bloed. Zo af en toe wil hij niet luisteren en krijgt hij het aan de stok met het personeel. Zou hij nu nog pasfoto's verzamelen van alle zusters en broeders die in de voorbije decennia op Watersley gewerkt hebben, dan puilden zijn fotoboeken uit. Want hoe het in de gezondheidszorg gesteld is, dat weten we allemaal. Toch?

Helaas komt er een einde aan het woongenot van Emiel, want het is uiteindelijk gelukt. Al jaren azen handige mensen op Watersley en het mooie gebied eromheen. Het is verkocht aan projectontwikkelaars. De verontwaardiging onder ouders, voogden en curatoren was uiteraard groot, maar wat doe je er achteraf allemaal aan? Alle bewoners zouden elders worden ondergebracht, naar kleine wooneenheden verspreid over de provincie.

Watersley is al een stuk stiller. Er zijn al heel wat mensen verhuisd. Ook Emiel moet uiteindelijk weg en is de afgelopen maanden al naar een ander huis op het terrein gegaan. Maar daar past hij zich blijkbaar moeiteloos aan. Ook heeft hij ander werk, mag hij spijkers met koppen slaan, lijkt het. Hij slaat nu spijkers in de haken waarmee je kabels aan de muur bevestigt. Trots liet hij het me zien toen ik vorige week zomaar even langskwam omdat ik voor werk in Sittard moest zijn.

Ik weet zeker dat het soort mensen die Watersley in een winstgevend en exclusief woongebied willen veranderen, deze groenrijke omgeving niet aan de gehandicapten gunnen. Ik zie hun afgunst zo voor me, als ze het terrein oprijden, er uit de auto stappen en er rondlopen. Ik zie ze denken, wat een verspilling, wat een zonde, wat een fortuin ligt hier. Bah.

Een andere keer schrijf ik over de Thomashuizen van Hans van Putten, want ik was enkele weken geleden op een Open Dag van Thomashuis Ingendael in Bunde. Een geweldig initiatief. Ook Hans van Putten was aanwezig. En ja, gehandicapten boffen maar met zo'n fijn zorgconcept. Mooi wonen, goed leven en vooral, menselijk bejegend worden.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik heb stage gelopen op de afdeling waar jou oom zat bij watersley

Saskia

MetDeZachteG zei

Hoi saskia, ha, en was Emiel makkelijk in de omgang?

Anoniem zei

Ja hij was een schat ging altijd zwemmen met hem

Anoniem zei

Ben zo verkluisterd door alles rondom …. niet alleen Emiel maar veel geweldige scheten echte mensen, om echt van te houden…. bij toeval lees ik jouw stuk en het brengt me van m'n stuk…… Ja waar geld regeert en de verstandige(lol) regeert en dat geld begeert gaat veel verkeerd….. Ik mis het zo dat ik er zeer licamelijke en geestelijke klachten aan heb over gehouden…….. Ja er is geroofd en beroofd.